De gemeenteraad van Enschede heeft in zijn besloten vergadering van 24 januari 2011 besloten om de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door tussenkomst van de commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel aan te bevelen de heer P.E.J. den Oudsten voor te dragen tot herbenoeming als burgemeester van Enschede.

De huidige ambtstermijn van burgemeester P.E.J. den Oudsten loopt tot 1 mei 2011. Ingevolge artikel 61a e.v. van de Gemeentewet en de overige regelgeving terzake van de herbenoemingsprocedure van de burgemeester dient de gemeenteraad ten aanzien van de herbenoeming van de burgemeester voor de volgende periode van 6 jaar een aanbeveling voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op te stellen.

Hiertoe heeft de raad op 5 juli 2010 een verordening vastgesteld en een vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester ingesteld. De raad heeft unaniem besloten deze commissie te laten bestaan uit 6 raadsleden, zijnde de fractievoorzitters van PvdA, VVD, D66, CDA, GroenLinks en de ChristenUnie. De griffier van de raad is van deze commissie ambtelijk secretaris. De commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel heeft op grond van de wettelijke taken toegezien op en betrokkenheid gehad in de door de vertrouwenscommissie gevolgde procedure.

De vertrouwenscommissie heeft haar werk op 12 januari 2011 afgerond en een ontwerpaanbeveling opgesteld die overeenkomstig de Gemeentewet in een besloten raadsvergadering is vastgesteld. De besloten vergadering heeft plaatsgevonden op maandag 24 januari 2011 in aanwezigheid van de commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel, mevr. Drs. A.Th.B. Bijleveld – Schouten. Daarna gaat de aanbeveling door tussenkomst van de commissaris van de Koningin in Overijssel naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het raadsbesluit inhoudende de aanbeveling is openbaar. Ten aanzien van het verslag van de vertrouwenscommissie, de beraadslagingen van de besloten raad alsmede overige voor de aanbeveling relevante informatie die door de raad aan de minister wordt verstrekt geldt een (wettelijk bepaalde) geheimhoudingsplicht.