Beantwoording Art. 38 RvO van de heer J. van Houdt (CU) inzake Enschede Station 13-12-2010

maandag 13 december 2010 19:47

Op 18 november 2010 zijn bij de raadsgriffie vragen binnen gekomen van de heer Jurgen van Houdt van de fractie ChristenUnie gericht aan de voorzitter van de Raad op grond van ex artikel 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad. Het college van Burgemeester en Wethouders beantwoordt de vragen als volgt.

De spooromgeving en het NS station van Enschede gaan in het najaar van 2012 compleet op de schop. Het station zal dan helaas enige weken buiten bedrijf zijn, maar deze ingreep zal het treinverkeer daarna sterk ten goede komen. Vanuit het westen wordt Enschede door de aanpassingen beter bereikbaar. Door het aanpassen van de capaciteit kan onder andere enkele minuten reistijd worden geboekt. Het is ook de bedoeling dat vanaf najaar 2012 spoor 4 van station Enschede zal worden gebruikt voor treinverkeer vanuit het oosten, dus van en naar Duitsland. Hierdoor hoeven grensoverschrijdende treinreizigers niet meer via de spoorwegovergang om te lopen. Dat is winst, maar de knip in het baanvak zoals die er nu ligt, lijkt tot onze teleurstelling te worden gehandhaafd.

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Jurgen van Houdt (ChristenUnie) inzake Enschede Station.

Vraag 1: Klopt het dat bij de grootschalige herinrichting van het emplacement op station Enschede de knip in het spoor richting Duitsland wordt gehandhaafd?

Antwoord: Dat klopt. De aankomst van de Duitse trein wordt verplaatst van spoor 5 naar spoor 4 zodat de overstap sterk verbetert omdat men op het station uitstapt en men niet meer helemaal om hoeft te lopen als men wil overstappen op de trein naar het westen. Er blijft echter een knip in het spoor zitten waardoor het de komende tijd  niet mogelijk is met dezelfde trein door te rijden naar Hengelo. De verplaatsing biedt echter wel de mogelijkheid om dit in de toekomst alsnog een keer te doen omdat spoor 4 een doorgaande lijn is.

Vraag 2: Waarom wordt, nu toch de hele beveiliging, seinen en automatische treinbeïnvloeding volledig wordt herzien, niet gelijk ook de doorrijdmogelijkheid voor treinen vanuit Duitsland, Glanerbrug en Enschede De Eschmarke, richting Hengelo en vice versa gerealiseerd?

Antwoord: Dit heeft vooral te maken met de hoge kosten van aanpassingen van de infrastructuur en van de beveiligingssystemen. In Europa worden verschillende veiligheidssystemen gebruikt waardoor doorrijden van Duitsland naar Nederland niet zomaar mogelijk is. Een eerdere grove raming door Prorail van de kosten om de trein door te laten rijden komen uit tussen de € 20 en € 26 miljoen. Deze kosten worden door Prorail volledig doorberekend aan de opdrachtgevers (provincie Overijssel, Regio Twente en Gemeente Enschede). In dat bedrag is nog niet eens rekening gehouden met andere investeringen die nodig zijn zoals bijvoorbeeld de aanschaf van meer treinen, wat ook wordt doorberekend aan de opdrachtgevers. 

Deze investeringen worden te hoog gevonden gezien de beperkte groei van reizigers. Maar door de aanlanding te verplaatsen naar spoor 4 ontstaat er een grote verbetering en blijft het mogelijk om dat in de toekomst wel aan te passen en door te rijden.

Naast de financiële aspecten zijn er nog een aantal knelpunten die niet zo maar opgelost kunnen worden. Zo is er is in de huidige situatie onvoldoende perroncapaciteit in Hengelo om een extra trein te kunnen toevoegen. Ook kan de regio Twente niet zo maar extra treinen laten rijden tussen Enschede en Hengelo. Dit vanwege de concessie die door V&W aan NS is verleend. Uitsluitend na overleg met en met toestemming van NS zouden er meer treinen kunnen rijden. NS beschouwt dit als concurrentie en zal naar verwachting die toestemming niet geven.

Vraag 3: Deelt u onze mening dat het later alsnog realiseren van deze doorgaande verbinding veel duurder is dan deze nu meenemen bij de grootschalige herinrichting van het emplacement van het station?

Antwoord: Het is vaak voordeliger om zaken te koppelen en op het zelfde moment uit te voeren. Voornamelijk vanwege de kosten maar ook andere knelpunten (zie antwoord 2) is het niet haalbaar een doorgaande verbinding van de Duitse trein mee te nemen in dit project. Wel proberen we de situatie sterk te verbeteren door verplaatsing van spoor 5 naar spoor 4. De overstap wordt veel aantrekkelijker gemaakt dan in de huidige situatie. De wachtgelegenheid wordt comfortabeler en de overstap korter en begrijpelijker. Bovendien wordt in de huidige dienstregeling 6 keer tussen Enschede en Almelo gereden, waardoor de aansluiting op de treinen van en naar Duitsland redelijk is..

Vraag 4: Deelt u onze mening dat een doorgaande, grensoverschrijdende spoorverbinding vanaf 2012 zowel Enschede (niet meer volledig zijnde Wilminks “eindpunt van de trein”) als de regio Twente ten goede zou komen?

Antwoord: De Nederlandse opdrachtgevers (regio Twente, Provincie Overijssel en Gemeente Enschede) en de Duitse opdrachtgever ZVM zien graag dat de Duitse trein door zou kunnen rijden richting Hengelo of zelfs verder. Maar zoals eerder aangegeven worden de investeringen te hoog gevonden gezien de beperkte groei van reizigers. De Regio Twente overweegt een marktonderzoek te doen naar de effecten van doorrijden op de reizigersaantallen.

Vraag 5: Kent u de in de Tweede Kamer aangenomen motie Anker/Mastwijk (Kamerstuk 32351 nr. 8, 22-04-2010) waarin de regering wordt verzocht om in overleg met de grensregio’s, de vervoerders ter plaatse en de buurlanden, bij gepland groot onderhoud aan de beveiliging van grensoverschrijdende spoorlijnen de inbouw van ERTMS in de infrastructuur mee te nemen?

Antwoord: De opdrachtgevers zijn bekend met deze motie. De Regio Twente heeft Prorail ook benaderd of deze motie meegenomen wordt in de verbouwing van Enschede. Prorail heeft daarop het volgende geantwoord: “De motie is nog geen realiteit. De politieke wens is om op termijn inderdaad grensbaanvakken om te bouwen naar ERTMS. Daarbij moet in eerste instantie gedacht worden aan de drukke corridors zoals Betuweroute, Venlo - Duitsland, Breda – Antwerpen, waarover ook goederenvervoer loopt. Niet aan een regionale passagierslijn. Aangezien het systeem zelf nog in de kinderschoenen staat is uitrol zelfs op middenlange termijn niet waarschijnlijk.”

Vraag 6: Heeft genoemd overleg tussen de gemeente Enschede, de regio Twente, de provincie  en de minister inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten? Zo nee, bent u bereid om op korte termijn (maximaal drie maanden inclusief terugkoppeling naar de raad) in overleg te gaan met de minister van Infrastructuur en Milieu om ervoor te zorgen dat in het najaar van 2012 met de herinrichting van het emplacement van station Enschede ook de doorgaande verbinding Hengelo-Enschede-Gronau wordt gerealiseerd?

Antwoord: Nee, gezien de hoge kosten, het standpunt van Prorail over de invoering van ERTMS, het feit dat de overstap met de verplaatsing van spoor 5 naar spoor 4 sterk verbetert en omdat we de planning van de huidige plannen niet willen frustreren, hebben we niet het voornemen dit op dit moment op te pakken.

Vraag 7: Wat is de stand van zaken van de kruisingsmogelijkheid Glanerbrug die noodzakelijk is om de reistijden op de verbinding Enschede-Gronau te verkorten? Bent u bereid om ook hierover met de minister in overleg te gaan om te kijken of dit project gelijktijdig kan worden gerealiseerd?

Antwoord: De Nederlandse en de Duitse opdrachtgevers zien deze maatregel als een zinvolle verbetering van de treindienst tussen Enschede en Gronau/ Munster,. Vanwege het ontbreken van financiering (circa € 3 tot € 5 miljoen) lijkt uitvoering van een passeerspoor in Glanerbrug voorlopig niet realistisch en wordt niet ingezet op een realisatie gelijktijdig met het project Station Enschede.

Vraag 8: Heeft u de grensoverschrijdende spoorverbinding Enschede-Gronau ingebracht in het landsdelig bestuurlijk overleg MIRT?

Antwoord:. De ambitie is om op termijn de verbinding naar Münster door te trekken via Drienerlo naar Centraal Station Twente. In die zin staat het ook vermeld in het verkenningsrapport A1 zone. Dit project is één van de uitvoeringsprojecten van de Innovatiedriehoek Twente en maakt onderdeel uit van de in het afgelopen BO MIRT (9 november 2010) afgesproken studie naar de in- en externe bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek. De uitkomsten van deze (en de overige 4) studie(s) zullen in het voorjaar (mei 2011) in het volgende BO MIRT worden besproken.

Vraag 9: Is het college tenslotte bereid om bij Pro Rail en NS aan te kaarten of het, gelet op de aanwezigheid van Saxion, de Universiteit Twente en andere onderwijsinstellingen in onze stad en de vele studenten die deze per trein bezoeken, wellicht ook nog mogelijk is dat de werkzaamheden niet in het najaar maar in de zomer van 2012 worden uitgevoerd, als er sprake is van een onderwijsvrije periode?

Antwoord: Dat is al in een eerder stadium aangekaart. Er zijn meerdere redenen waarom deze planning wordt aangehouden. Eerder kan niet vanwege de voorbereidingstijd die nodig is maar vooral omdat er in de zomer van 2012 meer groot onderhoud gepleegd wordt bijvoorbeeld bij station Zwolle Op dat moment zijn alle specialisten ingezet en is er geen capaciteit meer beschikbaar voor een ander project. Ook zou dit te veel gevolgen hebben voor het verloop van de treinen op het totale spoorwegennet in Nederland. De aanpassingen zijn echter wel nodig voor 1 januari 2013 omdat dan het spoorboekje zo is dat het extra intercityperron nodig is om de tijden te halen. Bovendien kan het niet later omdat het vervangen van de sporen noodzakelijk is vanwege slijtage en de risico’s op een gegeven moment te groot worden.

Enschede, 13 december 2010

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de Secretaris,       de Burgemeester,

M.J.M. Meijs         M.A. van Hees, loco

 

« Terug

Archief > 2010 > december

Geen berichten gevonden