Sociale diensten willen opheldering over veranderde bijstandsbudgetten
vrijdag 07 oktober 2005 21:06
Veel gemeenten blijken dit jaar een ander bedrag te krijgen om bijstandsuitkeringen van te betalen dan zij verwacht hadden. De vereniging van leidinggevenden bij sociale diensten Divosa vraagt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief om opheldering.
Onder leiding van Enschede luidde dit voorjaar een aantal gemeenten de noodklok omdat zij er sinds de invoering van het model flink op achteruit waren gegaan. Enschede vreesde hierdoor in een artikel 12-situalie terecht te komen.
Uit: de Staatscourant van vrijdag 7 oktober 2005.
DEN HAAG - Veel gemeenten blijken dit jaar een ander bedrag te krijgen om bijstandsuitkeringen van te betalen dan zij verwacht hadden. De vereniging van leidinggevenden bij sociale diensten Divosa vraagt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief om opheldering.
In september wordt ieder jaar een voorlopig macrobudget vastgesteld voor het betalen van bijstandsuitkeringen in het jaar daarop. Dit is gebaseerd op het aantal bijstandsgerechtigden dat er naar verwachting dat jaar zal zijn. Dit bedrag wordt vervolgens via een ingewikkeld zogenaamd objectief verdeelmodel over de gemeenten verdeeld. In september van het lopende jaar wordt op basis van de meest recente conjuncturele inzichten het definitieve budget voor dat jaar vastgesteld.
Onlangs zijn dus de definitieve budgetten voor dit jaar vastgesteld. Op basis van de nieuwe inzichten is besloten het macrobudget 7% lager vast te stellen dan het voorlopige macrobudget. 'Dan zou je verwachten dat de budgetten van de verschillende gemeenten ook met 7% naar beneden gaan,' legt Martin Heekelaar, beleidsmedewerker van Divosa uit. 'Dit blijkt met het geval. Ik ken een gemeente die opeens 20% minder krijgt', zegt hij.
Eén oorzaak is waarschijnlijk dat de variabelen in het model geactualiseerd zijn, en dat was niet voorzien.' Vorig jaar heeft een aantal snel uitdijende gemeenten als Zoetermeer en Almere aan de bel getrokken, zij vonden dat het verdeelmodel onvoldoende rekening hield met groeigemeenten. Eén van de variabelen in het model is namelijk het aantal inwoners dat een gemeente heeft. Hierbij werd gekeken naar het aantal inwoners op een bepaald rekenmoment en niet naar het actuele aantal inwoners. Afgesproken is toen dat er bij het vaststellen van de definitieve budgetten gekeken zou worden naar de actuele inwonertallen. Volgens Heekelaar is dit echter niet het enige cijfer dat geactualiseerd is. Volgens hem zijn alle variabelen geactualiseerd. Hierdoor is er een heel andere verdeelsleutel ontstaan.
De kritiek richt zich dit keer dus niet op de werking van het verdeelmodel zelf. In mei was dit wel nog het geval. Onder leiding van Enschede luidde toen een aantal gemeenten de noodklok omdat zij er sinds de invoering van het model flink op achteruit waren gegaan. Enschede vreesde hierdoor in een artikel 12-situatie terecht te komen.