Uit: Tubantia van vrijdag 13 augustus 2004

ENSCHEDE - De lokale politieke partijen lijken in Enschede volledig uit de gratie. Als er dit jaar verkiezingen zouden zijn gehouden, zouden Burgerbelangen en Stadspartij niet meer in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn. De PvdA staat flink op winst.

Een en ander blijkt uit een onderzoek van het bureau I&O Research. Tweemaal per jaar vraagt I&O aan de Enschedese burgers wat hun politieke voorkeur is als er op dat moment gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn. Dat is ook weer gebeurd in april en mei van dit jaar. De resultaten zijn deze week bekend gemaakt.

De peiling laat ten opzichte van de laatste verkiezingen in 2002 forse verschuivingen in de zetelverdeling in de raad zien. Meest opvallend is het verlies van de ‘lokalo’s’. Burgerbelangen (nota bene collegepartij, maar sinds de breuk binnen de fractie nog maar één raadszetel) en Stadspartij (vier zetels) zouden volledig van het politieke toneel verdwijnen. Dat betekent dus ook dat wethouder A. Le Loux (Burgerbelangen) op straat zou komen te staan.

Van de grote partijen scoort de PvdA veruit het best. De sociaal-democraten, traditioneel de grootste partij in het ‘rooie’ Enschede, zouden een enorme sprong maken: van 10 naar 19 zetels. Daarmee zou de PvdA dus bijna de absolute meerderheid hebben. I&O concludeert dat de partij de ‘dip’ van 2002 helemaal te boven lijkt te zijn.

Coalitiepartner CDA ziet haar aanhang juist flink afkalven. De partij zou terugzakken van acht naar vijf zetels. Een absoluut dieptepunt sinds 1999. Ook de ChristenUnie, de vierde collegepartij, staat op verlies: van drie naar twee zetels.

De VVD, de grootste oppositiepartij, zou een kleine winst boeken: van zeven naar acht zetels. GroenLinks zou gelijk blijven op drie zetels, D66 lijkt weer in de lift te zitten: van één naar twee zetels. ‘Links’ zou daarmee dus in Enschede een meerderheidscollege kunnen vormen.

Volgens I&O moet bij de interpretatie van de peiling wel rekening worden gehouden met de invloed van de landelijke politiek. ‘Dit geldt zeker voor de afnemende voorkeur voor het CDA als landelijke regeringspartij en de grote voorkeur voor de PvdA als landelijke oppositiepartij.’

I&O constateert verder dat het aantal ‘zwevende’ kiezers lijkt af te nemen. Tot 2002 waren percentages boven de 30% gebruikelijk, nu schommelt dat rond de 20%. ‘Dit lijkt toe te schrijven aan een toegenomen politieke interesse, wat mogelijk tot uitdrukking kan komen in hogere opkomst bij verkiezingen’, aldus de onderzoekers.