Algemene Beschouwingen bij Kadernota 2008-2011

dinsdag 03 juli 2007 00:40

Dank u voorzitter. Als ChristenUnie willen wij graag politiek bedrijven vanuit een open houding. Wij willen gelovig luisteren, naar wat onze samenleving nodig heeft. Bij het schrijven van mijn bijdrage heb ik mij dan ook laten inspireren door de zogenaamde cultuuropdracht die ons in Genesis 2:15 is meegegeven. In de Nieuwe Vertaling, die wij alle fracties bij het verschijnen ervan hebben aangeboden, staat hier: God, de Heer, bracht de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Ik ga hier zo verder op in.

Meneer de voorzitter, allereerst willen wij het college complimenteren met de vertaling van de EnscheDeal in de Kadernota. Terwijl ik de nota doorlas werd ik steeds enthousiaster; het zou geweldig zijn als we de ambities halen. In die stad zou ik gewoon oud willen worden…

Wij kunnen ons dan ook van harte vinden in de drie voorgestelde strategische opgaven die leidend zijn bij het opstellen van de programmabegroting. Hierbij zouden wij het college wel onze voorkeursvolgorde mee willen geven.

Allereerst Enschede werkt! Meneer de voorzitter, dit sluit zó prachtig aan bij de cultuuropdracht uit Genesis waar ik mee begon. Voor ieder mens persoonlijk geldt deze opdracht om zijn of haar eigen gaven en talenten zinvol te ontwikkelen en zo goed mogelijk te gebruiken. Op deze manier kan ieder vanuit zijn of haar eigen kwaliteiten een bijdrage leveren aan een duurzame ontplooiing van onze mooie stad.

De opdracht die de overheid in Genesis meekrijgt is voor de gemeente Enschede concreet: voorwaarden scheppen en voorzieningen treffen die nodig zijn om de burgers in staat te stellen om hun verantwoordelijkheden op zich te kunnen nemen. We vormen samen een stad en zullen deze met elkaar moeten maken. Hierbij zullen wij als overheid het initiatief moeten nemen. Het college komt hierbij met goede plannen, maar wat wij onder de tweede maatregel, bij het faciliteren van ondernemerschap missen, is het idee uit Manchester van een Kennisspinnerij. Hierbij denken wij aan een variant van het Kansrijk Eigen Baas project in Rijssen.

De richting die wij graag zouden willen zien is niet alleen Kiezen voor Enschede, maar met name ook kiezen voor elkaar! De overheid zal altijd een schild voor de zwakke moeten zijn. Daarom kiezen wij als tweede prioriteit voor Ons Enschede. De focus op sociale binding en noaberschap delen wij dan ook van harte. Mensen moeten zich, ondanks de veranderingen die met de vele ambities gepaard gaan, natuurlijk wel thuis blijven voelen in onze stad. Hierbij gaat het om een focus op de eigen identiteit en kwaliteiten van Enschede. Goed blijven zorgen voor onze ambassadeurs, het college noemt het treffend het fundament in de enschedese samenleving, zal het imago van Enschede ten goede komen.

Met de trajecten rondom de ontwikkeling van de EnscheDeal en de Toekomstvisie is er een positieve dialoog met de samenleving ontstaan. Deze zullen we absoluut vast moeten houden. Het is een middel om aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid die uit de cultuuropdracht voortkomt, vorm en inhoud te geven.

Ook de ChristenUnie vindt het aangaan van partnerschappen in onze stad dan ook van groot belang. Bij ons gaat het hierbij vooral om ondernemers, met name in het MKB, opleidingsinstituten en arbeidsmarktinstanties. Dus niet per definitie om door de overheid gesubsidieerde instellingen. Wat motiveert een ondernemer om een partnerschap aan te gaan? Allereerst moet hij op de hoogte zijn van de problemen die er spelen in de stad. Hier ligt een taak voor de gemeente, waarbij wij het voorbeeld van Rotterdam, zoals ons dat in een inspiratie-uur werd geschetst, kunnen volgen.
Door als gemeente transparant te zijn, kan een ondernemer ook aangeven of hij een bijdrage kan leveren aan de oplossing, en of hij mogelijkheden en kansen ziet voor zichzelf.

Bij partnerschappen zal het immers altijd moeten gaan om een win-win situatie, anders is het voor een van de twee partijen niet aantrekkelijk. Het is dan ook van groot belang dat partners betrokken en gemotiveerd blijven. Hierover willen wij de volgende ideeën aan het college meegeven:

- Allereerst is het van groot belang dat wij hun bijdrage op waarde schatten. De ondernemer moet zien dat zijn bijdrage noodzakelijk is en iets veranderd.
- Een partner moet betrokken worden bij de besluitvorming. Wij moeten niet over hen beslissen en zullen als raad op sommige punten het college dan ook de vrijheid moeten geven om hier samen met een partner win-win uit te komen.
- Daarnaast moet er erkenning zijn voor de geleverde bijdrage. Hierin mag het college creatief zijn en niet direct met handen en voeten gebonden zijn.

Bij dit alles hoort kortom vertrouwen en mandaat. Als wij als overheid vertrouwen durven te geven aan onze partners in de stad, dan kunnen zij leiderschap tonen, waarna we vervolgens samen kunnen optrekken bij het realiseren van onze geweldige doelstellingen!

Het hebben van ambities betekent ook keuzes durven maken, het betekent enerzijds investeren, anderzijds dingen niet doen. Het college kiest weliswaar voor focus, maar het voorlopige tekort waarmee we worden geconfronteerd is desalniettemin fors. Daarom zouden wij ervoor willen pleiten om bij de programmabegroting al meer voorstellen te doen in het kader van ‘oud voor nieuw’. Het financiële tekort heeft de ruimte voor nieuw beleid drastisch verkleind, we zullen bij de programmabegroting dan ook keuzes moeten maken om ook de ambities die uit de toekomstvisie naar voren zullen komen mogelijk te maken.

Als gemeente zullen we de schaarse middelen vanuit de faciliterende taak die wij hebben eerst op mensen moeten inzetten en pas daarna op een aantrekkelijk stedelijk imago. Investeren in mensen zal zoals gezegd het imago van onze stad ten goede komen. De ChristenUnie stelt dan ook voor om bij de aanwending van nieuwe financiële middelen, een voorkeursvolgorde in de thema’s te hanteren te weten: allereerst Enschede werkt, dan Ons Enschede en tenslotte Stad Enschede. Op deze wijze kan de volgorde waarin de middelen worden besteed, worden geprioriteerd. Graag een reactie hierop van het college.

Meneer de voorzitter, ik ga afronden. In deze bijdrage hebben we de ideeën weergegeven die wij het college richting de programmabegroting mee willen geven. Namens mijn fractie wil ik het college Gods onmisbare zegen toewensen bij het maken van de noodzakelijke keuzes en de operationele en financiële vertaling in de programmabegroting. Ik dank u wel.

Jurgen van Houdt

 

« Terug

Archief > 2007 > juli

Geen berichten gevonden