ENSCHEDE – Het politieoptreden tijdens de recente betoging van de Nederlandse Volks-Unie heeft geleid tot ‘een beperkt aantal klachten’ over buitensporig geweld. Dat meldde burgemeester Peter den Oudsten gisteravond aan de gemeenteraad, tijdens de behandeling van een feitenrelaas over de betoging van de NVU.
Den Oudsten bestrijdt niet dat er op zaterdag 28 mei ‘ hier en daar een klap is uitgedeeld die niet had gehoeven’. Maar bij bestudering van de videobeelden is tot nu toe niet gebleken dat de politie haar boekje te buiten is gegaan. In grote lijnen toonde de raad zich tevreden met de wijze waarop Den Oudsten is omgegaan met de NVU-demonstratie. Zijn keuze om voorrang te geven aan de vrijheid van meningsuiting is volgens de raad een goede geweest. „ Als we dit gaan verbieden, is het einde zoek”, stelde Jeroen Diepenmaat (VVD).
Kritiek was er, net als vorige week in de stedelijke commissie, alleen van de zijde van GroenLinks. Tiny Hannink blijft van  mening dat de politie met haar optreden agressie uitlokte bij de ‘ vreedzame’ tegendemonstranten. Door minder snel de wapenstok te hanteren en meer gebruik te maken van de megafoon of geluidswagen had de politie volgens haar kunnen bereiken dat de betoging vreedzaam was verlopen.
Net als Hannink bleef ook burgemeester Den Oudsten consequent in zijn opvatting. ,, Inzet van een geluidswagen zou geen doorslaggevend verschil hebben gemaakt. Als mensen onacceptabel zijn behandeld door de politie moet dat worden uitgezocht. Op basis van de beelden - bijna alles staat op video - is veel te achterhalen. Maar bijna alle gevallen die zich bij ons hebben gemeld, hebben ook een andere kant.”
Den Oudsten toonde zich niet onwillig richting Jürgen van Houdt ( ChristenUnie). Hij riep op tot een bredere dialoog over de toelaatbaarheid van dit soort betogingen. Een discussie waarmee Den Oudsten niet wil wachten totdat er een nieuwe aanvraag van de NVU ligt. Wat hem betreft moet die maatschappelijke dialoog al eerder worden gevoerd. Niet de uitkomst van zo’n dialoog maar het wettelijk kader blijft echter het ijkpunt voor toekomstige afwegingen. Den Oudsten wilde nog wel kwijt dat de groep tegendemonstranten qua omvang toch wat groter was dan vooraf was ingeschat.