ENSCHEDE – De kandidatuur van Enschede als speelstad voor de WK-voetbal in 2018 blijkt veel vragen op te roepen bij de lokale politiek. Het gros van de raadsfracties voelt zich slecht geïnformeerd door het college van B en W. Maar ook de eisen die de wereldvoetbalbond FIFA stelt aan alle speelsteden liggen politiek gevoelig.

D66-voorman Evert Westerbeek kan zich bij een aantal praktische zaken, bijvoorbeeld het vervoer van de spelersbus naar het stadion, nog wel iets voorstellen. ,,Maar dat er allerlei maatregelen, zonder een weerwoord, worden opgelegd, dat verbaast me toch wel.’’ Aan de andere kant, vindt ook Westerbeek, is het vanuit het oogpunt van stadspromotie voor de stad Enschede zeer interessant om kandidaat te zijn. ,,Qua exposure kom je toch wat meer op de kaart te staan. Je kunt laten zien dat Enschede ook een leuke stad is als er niet wordt gevoetbald.’’

Net als zijn collega-raadsleden was SP-raadslid Maxim van Luttikhuizen voor zijn informatievoorziening over deze kwestie vooral afhankelijk van de wekelijkse besluitenlijst van het college van B en W. Hem is duidelijk geworden dat burgemeester Peter den Oudsten een machtiging heeft gekregen om de overeenkomst te ondertekenen. Van Luttikhuizen meent dat de raad zelf ook actiever had mogen zijn en dus eerder aan de bel had kunnen trekken. Hij kondigt aan de host city agreement goed door te willen nemen. ,,Volgende week krijgen we antwoord op de vragen die GroenLinks hierover heeft gesteld. De antwoorden van het college kunnen we agenderen voor de eerstkomende raadsvergadering. Welke kant het uitgaat, dat kan ik nu nog niet zeggen.’’

In het kader van haar actieve informatieplicht vindt Jurgen van Houdt (fractieleider ChristenUnie) dat het college wel wat mededeelzamer had mogen zijn. ,,Zeker op een onderwerp als dit.’’ De voorwaarden die de FIFA stelt, noemt hij ‘niet meer van deze tijd’. Terwijl hij bepaald niet vrolijk wordt van de gedachte dat er wellicht een WK-duel op zondag wordt afgewerkt in de Grolsch Veste. ,,De FIFA gaat toch niet bepalen hoe hier de zondag wordt ontkracht!? Als we voor een voldongen feit worden gesteld, ben ik benieuwd hoe deze raad hiermee omgaat. In Eindhoven is hierover wel een raadsbesluit genomen.’’ Voor hem is de positie van de zondag(srust) in deze discussie van essentieel belang.

Maar ook voor Van Houdt heeft het verhaal twee kanten. Als het college Enschede niet had aangemeld als kandidaat-stad, zo oppert hij, zou de raad wellicht hebben gesproken van een gemiste kans. ,,Deze kandidatuur getuigt in ieder geval wel van ambitie.’’