Uit: Tubantia van woensdag 30 november 2005.

Door Henk van Schuppen

En weer staat Enschede in de top tien van steden met de meeste armoede in Nederland. Veertien procent van de bevolking staat te boek als arm. ‘Verbaast me niks’, reageert wethouder T. de Weger van Werk, Zorg en Inkomen. ‘Dit achtervolgt ons al jaren en daar gaan nog zeker twee generaties overheen.’

Het is het dubbele gevoel van Enschede. Trots op het rijke textielverleden, minder content met de armoede die daar anno 2005 nog altijd een gevolg van is. ‘Ons industrieverleden vertaalt zich nog altijd in de armoedecijfers’, constateert wethouder De Weger.
‘In de vorige eeuw zijn veel arbeiders naar ons toe gekomen om te werken in de textiel. Mensen met weinig opleiding. Begin jaren tachtig, 25 jaar geleden, is de laatste textielfabriek uit Enschede verdwenen. De gevolgen zie je generaties later nog terug.’

Enschede, dat inmiddels 155.000 inwoners telt, scoort hoog in statistieken die aangeven hoe veel inwoners een laag inkomen hebben, een WAO-uitkering krijgen of in de sociale werkvoorziening bezig zijn. Daarom is de Armoedemonitor 2005, zoals die gisteren is gepresenteerd in Den Haag, voor de Enschedese bestuurder ‘geen nieuws’. De Weger: ‘We wisten het al. Enschede wordt elk jaar genoemd in de armoedecijfers. Langzaam maar zeker trekt het de goede kant op, maar de bevolkingsopbouw verandert niet zo snel. Het gaat van ouder op kind.’

Toch is er hoop voor Enschede. De stad ontwikkelt zich in hoog tempo. Het niveau van de onderwijsvoorzieningen stijgt, het bedrijfsleven en de dienstverlenende sector groeien, de binnenstad wordt verbouwd en krijgt steeds meer uitstraling. Door deze impulsen wordt Enschede aantrekkelijker voor hogere inkomens. Dat zich dat vertaalt in een meer aantrekkelijke positie op de Armoedemonitor bewijst Almelo. Ook de Aa-stad kampte tientallen jaren met de sociale naweeën van de textielsector en vergezelde Enschede vorig jaar nog in de Top 10 van de armoedemonitor. Mede dankzij een sterke economische ontwikkeling (groei bedrijfsleven, aantrekkelijke binnenstad) is Almelo dit jaar uit de top 10 verdwenen.

De Almelose wethouder M. Kuik van (onder meer) Sociale Zaken is blij met dat nieuws: ‘Als gemeente Almelo spannen we ons in om armoede in de stad te bestrijden. We doen veel om de kans op werk voor de mensen te vergroten. Op een gegeven moment vertaalt zich dat in de cijfers. Daarnaast zien we een groeiend bedrijfsleven in Almelo. Daardoor vestigen zich steeds meer mensen met hogere inkomens in de stad.’

Enschede hoopt de komende jaren haar Twentse ‘noaber’ te volgen in het goede spoor. De Weger: ‘Zo zijn wij ook intensief bezig om Enschede sterker te maken. We hebben, om maar eens iets te noemen, een Bijenkorf. De binnenstad wordt steeds mooier, daar maken we een enorme kwaliteitsslag. De Universiteit Twente en de hogeschool zijn belangrjk voor de stad. ‘

‘Enschede moet aantrekkelijk worden gemaakt voor mensen met hogere opleidingen en inkomens. Daarnaast proberen we natuurlijk onze inwoners met een lager inkomens- en opleidingsniveau naar een hoger niveau te tillen.’

De demografische tendens dat ‘rijk met rijk’ trouwt en ‘arm met arm’ werkt in dat opzicht tegen. Jan Latten, onderzoeker van het CBS, constateerde eerder deze maand dat de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Sociale klassen trekken zich steeds meer terug in hun scholen, opereren op hun eigen deel van de arbeidsmarkt en bewegen zich louter binnen hun eigen netwerken.

Volgens wethouder De Weger zal het dan ook nog ‘even’ duren voordat Enschede in de armoedecijfers beter gaat scoren. ‘Het gaat van ouder op kind. Er gaat nog wel 25 jaar overheen.’