Burgerforum Kiesstelsel - deel 3

woensdag 12 juli 2006 13:39

Verslag Regiobijeenkomst Enschede door Peter-Jan van Tuil.

In mijn eerste twee bijdragen beschreef ik de theorie die wij als burgerforumleden kregen aangereikt in de eerste weekenden. Inmiddels hebben we de regiobijeenkomst in Enschede gehad. Hieronder volgt een verslag van deze avond. Vooraf wil ik voor de duidelijkheid stellen dat het een verslag van de bespreking is, en dat de bijeenkomst alleen diende om in het land te luisteren naar de stemgerechtigden. De input die wij hebben gekregen bij deze bijeenkomst wordt door burgerforumleden gebruikt om zich een eigen gefundeerde mening te vormen.

Beginnen met het prettige nieuws, er moesten stoelen worden bijgeplaatst. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat het slechts 2 stoelen waren en dat er naast de organisatie en leden van het burgerforum, een journalist met fotograaf en Henk van de Kolk (een van de docenten), 33 deelnemers aanwezig waren.
De aftrap van de avond wordt vorm gegeven in een film waarin het gelopen traject tot op dat moment in hoofdlijnen wordt weergegeven. Daarna komt de presentator van de avond met de open vraag wat er zoal mis is in/met de politiek.
Eerst maar eens horen hoe ze in het Oosten denken over de Haagse Kaasstolp. Als groot ongenoegen leeft ook daar het gevoel niet gehoord, of niet serieus genomen worden, door Den Haag. Als voorbeeld werd gesteld dat een van de aanwezige op zijn maandelijkse mailtjes aan politici van 80% geen enkele reactie kreeg en van de overige 20% niet blij kon worden. Verdere voorbeelden waren de invoeren van het zorgstelsel, de salarissen van topambtenaren en als absolute top van het verschillend denken van politici en burgers over de Europese grondwet.

Het oefenen met de stemkastjes liep ook soepel, een kastje dat het herzien van stemmen niet meteen vlekkeloos deed, maar de uitslagen mochten er zijn. 

Nulmeting: moet er iets veranderen, 68% zegt ja, en dus 32% nee.
De minderheid krijgt het woord.
• Binnen het huidige stelsel zijn genoeg mogelijkheden om te varieren.
• Nu is er ruimte voor partijen om te groeien.
• Het kiesstelsel is het skelet, het gaat nu om de juiste bekleding.
• Politici gaan niet beter luisteren door een ander kiesstelsel.

Stelling 1. Regionale vertegenwoordiging: 53 % vindt het niet nodig, dus 47% wel.
Als voornaamste redenen om voor regionale vertegenwoordiging te zijn werd gesteld:
• Zwakke regio blijft achter
• Vliegveld Twente gaat verdwijnen, dat was met betere regionale vertegenwoordiging niet gebeurd
Als voornaamste redenen om regionale vertegenwoordiging minder belangrijk te achten
• Bij Gemeenteraadsverkiezing heeft een groot deel van de bevolking ook niet het gevoel vertegenwoordigd te worden
• Er zitten al genoeg mensen vanuit (deze) regio in de 2e kamer, en de 1e kamer is wel op basis van regio samengesteld. (persoonlijke noot. Provinciale verkiezingen leiden uiteindelijk tot verkiezing 1e kamer, maar hoe regionaal zijn de 1e kamer kandidaten nu daadwerkelijk?)
• Regionale vertegenwoordiging is een zorg van de partij.
Andere uitspraken, die ik niet echt onder bovenstaande tweedeling kwijt kan:
• Iemand uit de regio heeft geen tot weinig ruggespraak met de regio
• Mensen uit de regio zouden met voorkeursstemmen alsnog in de kamer terecht kunnen komen. Mits de regio maar bewust op die kandidaat stemt.

Stelling 2. Kwaliteit: 73 % van de aanwezigen gaf aan liever op een partij met een duidelijk programma te stemmen, dan op een aansprekende en betrouwbare politicus.
Opmerkingen die bij deze stelling genoteerd konden worden:
• Eerst kiezen voor een partij en/met een programma, en daarna op de personen die dat moeten uitvoeren
• Stemmentrekkers is een kwalijke zaak. Iedereen op de lijst moet er voor willen gaan. We willen best op een persoon stemmen, maar die moet dan wel in de 2e kamer gaan zitten bij voldoende stemmen.
• De kiezer kan door zich inspanning te getroosten voldoende informatie over de kandidaten inwinnen. De politici moeten wel aan het programma gebonden zijn.
• Mediagenialiteit is een bedreiging. Het gaat al snel niet meer om capaciteit.
• Meerdere keren stemmen zou een oplossing zijn. Eerst stemmen op een partij en daarna 10 stemmen (om maar een aantal te noemen) om die binnen de partij te verdelen.
• Liever een afgewogen team van deskundigen dan een populaire persoon die er alleen op uit is om de kiezer tevreden te stellen.

Stelling 3. Bekendheid: 83 % vind een fractiespecialist belangrijker dan een populaire stemmentrekker.

Er werd gesteld dat de vraagstelling/stelling niet duidelijk is. Erica Terpstra is bijvoorbeeld een populaire stemmentrekker maar ook een specialist op het gebied van topsport. Aangezien deze stelling heel dicht tegen de 2e stelling aan ligt, waren we hier redelijk snel klaar mee. Er werd aangegeven dat een kiezer zich kan buigen over de vraag wie de anonieme fractiespecialist is. Verder werd gewezen op het gevaar dat het politieke programma vervaagd door alleen stemmentrekkers op de lijst te plaatsen.

Stelling 4. Diversiteit: De verhouding lag hier ongeveer gelijk. 48% vindt een juiste afspiegeling van de bevolking in het parlement belangrijk, en 52% vindt dit niet echt van belang.

Van de personen die diversiteit wel belangrijk vonden werden de volgende geluiden opgetekend:
• Wel belangrijk, maar het mag niet ten koste gaan van de kwaliteit
• Een blanke man kan zich niet inleven in de belevingswereld van een allochtone vrouw. Het is toch veel gevoel wat daarbij komt kijken.
• Het is wel belangrijk, maar hoe dit vorm gegeven moet worden is erg lastig. Wat moet je dan met voorkeursstemmen doen.
• Diversiteit is al heel lang een loze belofte gebleken. Het wordt tijd dat het nu eens vorm krijgt.
Als voornaamste redenen om diversiteit minder belangrijk te achten werden aangevoerd:
• De politicus moet zichzelf maar profileren. En een allochtoon kan zich prima vertegenwoordigd voelen door een blanke man.
• De partij kent de kandidaten, en moet bij het opstellen van de lijst rekening houden met de gewenste diversiteit.
• Als er niet voldoende deskundigen beschikbaar zijn onder allochtonen en/of vrouwen houdt het natuurlijk al snel op. Zo zijn er toch behoorlijk veel vrouwen die het gezin belangrijker vinden dan een politieke carrière.

Henk werd op dit punt nader bevraagd. Duidelijk is dat als een goede afspiegeling een must is dat dit door middel van regels afgedwongen moest worden. Dit kan ten koste gaan van de kwaliteit. Maar zoals met zoveel dingen, als je het een wil dan moet je op het ander wat toegeven. Hierna ontspon zich een gesprek waarvan ik u de volgende dingen nog wil laten meebeleven:
Het begrip allochtoon drukt direct al een bepaald stempel. Op een gegeven moment werd er dus vrij consequent gesproken over een allochtone medemens met een positieve lading.
Iets afdwingen met regels is te geforceerd, de meerwaarde is daardoor te betwisten. Je moet ook simpel kunnen stellen dat je nooit iedereen tevreden kan stellen. Daarnaast hebben de politieke partijen nog iets wat vrijheid heet, en daar wordt door regelgeving wel behoorlijk aan getornd.
Er werd gewezen naar de gemeenteraadsverkiezing waar toch behoorlijk wat allochtone medemensen, met positieve lading, middels voorkeursstemmen in de raden zijn gekomen. Zou het verlagen van de voorkeursdrempel een optie zijn. Wellicht gaat de kiezer door een lagere voorkeursdrempel bewuster stemmen, omdat de persoon van keuze een grotere kans maakt om gekozen te worden. Misschien is het afschaffen van de voorkeursdrempel wel een hele goede oplossing.

Stelling 5. Coalitie: 45% van de aanwezigen wil meer invloed hebben op de samenstelling van het kabinet. 55% denkt hier anders over.

Tijdens deze discussie ben ik de draad helaas even behoorlijk kwijtgeraakt, maar mijn aantekening laten het volgende zien. Je moet geen zeggenschap willen hebben over de vorming van een kabinet omdat er een klik moet zijn tussen de partijen, is die klik er niet dan leidt dit tot instabiele kabinetten. Verder werd aangegeven dat een formateur ruimte moet hebben om een regering te vormen van deskundige personen met kennis van zaken. Een van de aanwezigen merkt op dat hij graag de mogelijkheid zou willen zien dat hij op het programma van partij X zou stemmen en daarnaast nog op persoon A van partij Z om het programma uit te voeren. De vraag of meer stemmen een oplossing hier kon zijn werd aan de deskundige voorgelegd. Henk stelde dat het kan helpen om een gevoel van vertegenwoordigd te worden te vergroten, maar dat het waarschijnlijk niet zal helpen bij het (snel) vormen van een (logische) coalitie. De suggestie dat als er twee partijen een overduidelijke meerderheid hebben deze verplicht zouden moeten worden een coalitie te vormen werd geopperd. Wanneer die overgrote meerderheid er niet zou zijn, dan de kiezer alsnog om de voorkeur vragen. Aan de hand van een tweetal voorbeelden werd wel duidelijk dat het geen wet van Meden en Perzen is dat de grootste partij de premier lever.

Steling 6. Aantal partijen: 44% vindt dat er minder partijen in de kamer zouden moeten komen. 56% is daar dus tegen.

Als opwarmertje werd eerst even doorgesproken over de oprichting van de NVD (pedofielen partij). De rechter zou een dergelijke partij kunnen verbieden maar de grondwet biedt daar niet per definitie een handvat voor. Een andere optie is om de kiesdrempel te verhogen zodat deze partij geen voet aan de grond kan krijgen. Maar, zo werd er ook opgemerkt, we moeten ons niet door het gevoel van het moment laten leiden. De democratie zal een zuiverende werking houden. De democratie bepaalt of een partij bestaansrecht heeft. Wanneer een partij niet genoeg stemmen behaald dan komt die simpelweg niet in de 2e kamer.

Terug naar de stelling:
Reden voor vermindering van het aantal partijen:
• Veel partijen leidt tot onoverzichtelijkheid en chaos
• Eenmanspartij kost tijd en geld en voegt weinig toe aan de besluitvorming. Met name een afsplitsing van de partij ligt hier nogal gevoelig. Een zetel zou van de partij moeten zijn.
• Politieke partijen moeten maar blokken gaan vormen. Een ChristenUnie en een CDA zouden prima in een blok zitting kunnen hebben en daarin hun eigen waarde behouden.
Reden om niet in te grijpen in het aantal partijen in de kamer
• De kiezer wil vertegenwoordigd worden. En daarbij moet je voor lief nemen dat je wel eens een compromis moet sluiten om iets te bereiken.
• Evenredigheid is een groot goed. Als je genoeg stemmen hebt om 1 zetel te bemachtigen heb je die verdiend, en dat moet zo blijven.
Er werd nog even nagesproken over de vraag hoeveel invloed de kiezer nou eigenlijk wil hebben. Je hoort de kiezer immers alleen maar klagen als er iets gebeurd wat hem/haar niet zint.

Hoofdvraag
Er moet iets veranderen zegt 61 % en dus 39% vindt dat er niets hoeft te veranderen. Er is dus een kleine verschuiving opgetreden.
Als reden om van een nee aan het begin van de avond naar een ja te gaan werd genoemd dat er met voorkeursstemmen wel het een en ander mogelijk is maar dat dit nu nog te moeilijk is, en dat de mogelijkheid om op een partij èn een persoon te stemmen zeer wenselijk is.
Om van een ja naar een nee te gaan werd verklaard door het gegeven dat er binnen de huidige situatie nog genoeg mogelijkheden bestaan. Met name de opmerking over het skelet en de inkleding van eea was doorslaggeven.

« Terug

Archief > 2006 > juli

Geen berichten gevonden